Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En dat Hij is van [13]Cefas gezien, daarna van de [14]twaalven. 13. Dat is, van Petrus. Zie van dezen naam Joh.1:43; hfdst.1 vs.12; Gal.2:9. 14. Namelijk apostelen, die, hoewel zij toen maar elf waren, door Judas' uitvallen het getal verminderd zijnde, nochtans den naam van dat getal behielden, alzo het kort daarna wederom vervuld werd. Zie Joh.20:24; Hand.1:25.